Vertrouwenspersoon

In de media verschijnen helaas regelmatig berichten over het bovenstaande. De KNVB heeft dit onderwerp hoog op de agenda staan en doet er alles aan om al het grensoverschrijdende gedrag uit de voetbalwereld te verbannen.

Wij als bestuur van EMMS willen ons hier graag bij aansluiten. Bij veel clubs wordt een vertrouwens contactpersoon (VCP) benoemd. Inmiddels heeft het bestuur hiervoor in Jessica van de Peppel bereid gevonden. Zij is te bereiken via telefoonnummer 06 – 287 04 115.

Word je:

  • voortdurend gepest met iets door enkele spelers van je elftal;
  • geslagen en/of mishandeld door b.v. een leider of trainer;
  • steeds uitgescholden omdat je een andere huidskleur hebt o.i.d.;
  • kan een leider of trainer niet van je lichaam afblijven;
  • komt een trainer, leider of iemand anders van de club vaak in de kleedkamer als jullie onder de douche staan?

Als zoiets gebeurt – we noemen dat ongewenst of grensoverschrijdend gedrag – dan is het goed de vertrouwenspersoon in te schakelen.

Wat mag je verwachten:

  • een luisterend oor;
  • dat er samen met jou wordt gekeken naar een oplossing, die jezelf ook goed vindt;
  • dat je door het bestuur wordt verwezen/begeleid naar de hulpverlening en/of politie;
  • dat er volstrekte geheimhouding is, als je dat wenst.

Het bestuur hoopt met het aanstellen van de vertrouwenspersoon er aan bij kunnen dragen dat v.v. EMMS een veilige, prettige club is, waar een ieder, ongeacht zijn/haar afkomst, geaardheid, geloof of sexe met veel plezier kan sporten en daarbij in geen enkele manier wordt gehinderd. Het protocol Vertrouwenspersoon binnen v.v. EMMS vind je hieronder.

Bestuur v.v. EMMS

PROTOCOL VERTROUWENSPERSOON

U kunt de vertrouwenspersoon van v.v. EMMS inschakelen bij het signaleren van of het verkrijgen van adviezen omtrent:
Ongewenst gedrag: In het algemeen elk gedrag van de ander dat de klager sociale, psychische en/of fysieke schade toebrengt en dat maatschappelijk en objectief gezien ook als ongepast, hinderlijk, kwetsend of bedreigend ervaren mag worden.

Meer in het bijzonder gelden als vormen van ongewenst gedrag:
Seksuele intimidatie, ongewenste seksuele toenadering en of verzoeken om seksuele gunsten, of ander verbaal en non-verbaal of fysiek gedrag gericht op ongewenste seksuele omgang.

Pesterij: het doelbewust verwijtbaar verwijzen naar (verschillen in) geslacht, seksuele geaardheid, levens- of geloofsovertuiging, nationaliteit, etnische oorsprong of andere gegeven aspecten van het uiterlijk of de persoon.
Roddel: het al dan niet expliciet in een kwaad daglicht plaatsen van personen door:

Het bekend maken van met opzet niet algemeen gedeelde kennis over persoon, (privé)leven of verleden van de betrokkene,
Het verspreiden van onwaarheden over persoon, (privé) leven of verleden van de betrokkene of het voeden van geruchten
Het bewust ten onrechte uiten van beschuldigen aan het adres van betrokkene, inzake laakbare daden of gedrag.

Bedreiging: het expliciet of impliciet verwijzen naar enig machtsmiddel met het oogmerk om de klager te bewegen tot (het afzien van), bepaalde acties, of meer in het algemeen om de klager het normaal functioneren onmogelijk te maken.
Discriminatie: het in het openbaar opzettelijk iemand of bevolkingsgroepen in een hokje plaatsen vanwege afkomst, seksuele geaardheid of andere verschillen tussen mensen die kwetsend zijn voor de ander.
Seksuele intimidatie: het verstoren van de (werk) sfeer door opmerkingen, gedragingen en uitingen van seksuele lading die door degene die doelwit is, als vernederend of ongewenst worden ervaren.

Geheimhouding
De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van enig gegeven, dat hem/haar uit hoofde van zijn/haar functie is toevertrouwd of is bekend geworden. Er kan enkel een uitzondering worden gemaakt op de geheimhoudingsplicht bij schriftelijke toestemming van de melder of wanneer er een zeer dringende reden aanwezig is. Deze dringende reden is aanwezig indien voldaan is aan al de volgende vijf voorwaarden:

  • Alles is in het werk gesteld om de toestemming van de melder te verkrijgen.
  • De vertrouwenspersoon verkeert in gewetensnood door het handhaven van de geheimhouding.
  • Er is geen andere weg dan doorbreking van de geheimhouding om het probleem op te lossen.
  • Het is vrijwel zeker dat het niet doorbreken van de geheimhouding voor betrokkenen of derden aanwijsbare en ernstige schade en/of gevaar zal opleveren.
  • De vertrouwenspersoon is er vrijwel zeker van dat de doorbreking van de geheimhouding die ernstige schade of het gevaar voor betrokkenen of derden in belangrijke mate zal voorkomen of beperken.